Wie rond deze tijd van het jaar door de polder loopt of fietst kent vást het beeld en geluid van duizenden ganzen die zijn neergestreken in een weiland. Een Hollands plaatje, maar door de boeren ongewenst. Ganzen zijn net als koeien echte graseters en vreten met gemak en in rap tempo een heel land kaal. In de winter al frustrerend, maar in de lente écht een enorme schadepost: het frisse voorjaarsgras is immers voor de koeien bedoeld. En voor hen laten de ganzen maar weinig over.

Om deze schade te verhalen kunnen agrariërs terecht bij het Faunafonds. Dit fonds ziet de schadeclaims de laatste jaren snel toenemen: in 2012 keerde het 9,2 miljoen euro uit, in 2016 18,8 miljoen, in 2018 22 miljoen. Deze explosieve groei is het gevolg van een jaagverbod op de grauwe gans in de eerste tien jaar van deze eeuw. Inmiddels is afschieten toegestaan als de ganzen aantoonbaar ellende veroorzaken. In de polders rondom Weesp controleert een jager de weilanden en verjaagt hij de ganzen. Maar om nu te zeggen dat dit dé lange termijnoplossing is…