Koeien hebben haren, stro is stoffig en bij het grasmaaien (vooral in het voorjaar) nies je je een ongeluk. Boy heeft in dat op zicht niet het ideale beroep gekozen. Hij heeft soms last van prikkende ogen en niezen. Helemaal bij een klus als staarten scheren wat deze week gebeurd is. Tijdens het weekoverleg vroeg Boaz al of Boy emotioneel werd toen we het over de varkens hadden die volgende week naar de slacht gaan. Door de allergische reactie (van de staartharen) wreef Boy continu in zijn ogen, maar dus niet om een traantje weg te pinken. We hebben wel zin in een rookworst of een speklapje van onze scharrelvarkens. Al zullen we ze toch wel missen. Wendela verheugt zich vooral op de schnitzels. Voor de schnitzel-anekdote is Boy trouwens ook allergisch. Al meer dan 10 jaar moet hij aanhoren dat hij dit lievelingsstukje vlees van zijn vrouw heeft opgegeten. Na de bevalling van Feije (deze week 11 jaar geleden) verheugde Wen zich op haar schnitzel die ze met het avondeten had laten liggen omdat ze druk was met wat anders. ‘Ik heb nu wel zin in mijn schnitzel’ zei ze vanuit het kraambed om tien uur in de avond. ‘Die wilde jij toch niet?’ antwoordde Boy verbaasd. ‘Jawel, maar ik wilde hem nóg niet tijdens het diner. Eerst even een klusje klaren. Nu heb ik wel een schnitzel verdiend!’ Zelfs met Sinterklaas op pakjesavond wordt Boy hier aan herinnerd. Als surprise kreeg hij vorig jaar een plastic schnitzel.