Op een melkveebedrijf krijgen melkkoeien bijna ieder jaar een kalf. Zo blijft de melkproductie van de melkkoe op peil. Voordat er een kalfje geboren wordt, moet de koe eerst gedekt of geinsemineerd worden. Bij kunstmatige inseminatie (K.I.) wordt een rietje met zaad bij de koe ingebracht. Op veel boerderijen wordt gebruik gemaakt van K.I. Zo kun je bijvoorbeeld gesekst zaad kopen. Bij goede koeien kun je dit zaad inbrengen bij de koe en dan weet je zeker dat er een vaarsje (meisje) geboren wordt. Bij minder goede koeien (die niet zo sterk zijn of niet zo veel melk geven) kun je kiezen voor zaad van een vleesras, zodat je de kalfjes voor wat meer geld kunt verkopen. Andere reden voor K.I. is dat je geen stier nodig hebt. Stieren zijn namelijk gevaarlijk. K.I. is ooit ontstaan om een andere reden: geslachtziekten. Populaire stieren gingen van boerderij naar boerderij en verspreidden zo de SOA. Op onze boerderij zorgt stier Raldi voor de natuurlijk dekking. Hij staat gezellig samen met wat pinken in de stal met een buitenuitloop. Uiteraard omringt door een stevig hek. Hij is nog geen 1.5 jaar oud, maar is al een ervaren dekstier. Zowel de pinken als grote melkkoeien bespringt hij met veel plezier. Laatst waren er zoveel koeien tochtig (vruchtbaar) dat Boy Raldi maar tussen de melkkoeien heeft gezet. Grote kans dat we over 9 maanden dus een geboortegolf krijgen. Toen Boy hem weer naar zijn eigen hok bracht, zweette hij als een otter en hing het kwijl uit zijn mond. „Heb je een foto gemaakt?!” vroeg Wendela, maar helaas. Nu was er van het weekend weer een (adoptie)koe tochtig die bij Raldi in het hok mocht. Tijdens het dagelijkse schoonmaakwerk op de boerderij kon Wendela genoeg foto’s maken van het tafereel. Ook deze keer kreeg Raldi er maar geen genoeg van en ook de 4-jarige Jantje vond het wel prima. Eerst binnen, toen buiten, daarna weer naar binnen bij de koeborstel. Het schoonmaak- en opstrooiwerk was al lang klaar, maar meneer en mevrouw waren nog steeds niet uitgeput.