Om melk te produceren moeten de koeien genoeg én gevarieerd eten. Ook al zien grassprieten er vaak hetzelfde uit van de buitenkant, de samenstelling varieert wel degelijk van binnen. Zo bevat het gras in het voorjaar van nature veel eiwit en in de zomer veel suiker. In de winter, als de koeien op stal staan, proberen we het kuilgras uit de verschillende seizoenen gecombineerd aan te bieden voor een goede balans in de melkkwaliteit. Met kuilgras bedoelen we het geoogste gras van voor- tot najaar. Dit wordt vaak opgeslagen in grote plastic balen of op een grote bult in een silo (2 muren waar het voer tussen ligt). Dit is de theorie. De praktijk is natuurlijk anders: er is niet altijd beschikbaar wat je graag zou willen. We hebben daar dit seizoen veel last van. En wij niet alleen, heel veel boeren met ons. Door het natte en koude voorjaar vorig jaar, is het voorjaarsgras niet zo eiwitrijk. Bovendien konden we pas laat maaien en oogsten. Door de lagere voedingswaarde hebben de koeien meer gras nodig. Ander gevolg van het lange natte voorjaar is dat de koeien later naar buiten gingen (15 april). Hierdoor hebben ze langer op stal gestaan en dus meer kuilgras gegeten. Onze voorraad was al niet zo groot omdat we ruimte nodig hadden voor een grote klus op het erf, en nu was onze hele voorraad kuilgras op. We konden de koeien naast de weidegang dus niet bijvoeren met kuilgras. Zo bleef er afgelopen jaar minder gras over in het land om te maaien voor de winter. Kortom: deze winter hebben we te weinig voer van eigen erf. We hebben al 120 grasbalen bij moeten kopen en duurdere eiwitrijke brokjes. Daarnaast hebben we nog voederbieten aangeschaft voor extra suiker in het rantsoen. Jammer dat de melkfabriek nog steeds dezelfde prijs voor de melk geeft. Hopelijk krijgt 2022 een mooi zonnig voorjaar!