„Het is echt broedtijd nu, dus er is veel te zien op de Groene Griffioen. Nieuw is bijvoorbeeld een paartje Kneuen dat een tijdje rondkijkt in een wilg aan de oosthoek van het erf. Het zou geweldig zijn als ze daar gingen broeden. In de gaten houden dus. Heel verheugend is het aanhoudende gejubel van een Veldleeuwerik boven het weiland, zo’n 500 meter ten zuidoosten van het erf. Na een jarenlange afname sinds de jaren tachtig wegens schaalvergroting in de landbouw is de Veldleeuwerik de laatste paar jaar bezig met een terugkom-actie. Tureluurs, Scholeksters en Nijlganzen zijn vandaag ook baltsend te horen en te zien. Op het erf wordt gebroed bij het leven. Spreeuwen gedragen zich bijna als mieren: de leden van een kolonie voelen elkaar zo goed aan dat alles synchroon loopt: zang, nestbouw en eileg, alles gaat gezamenlijk. Op dit moment vliegen de minimaal 17 paar Spreeuwen allemaal af en aan met voedsel. Waar ze broeden is dus redelijk te zien als je een tijdje blijft staan: twee of drie paar in het oude huis, twee paar in de geknotte wilgjes ervoor, drie in de grote wilgen aan de sloot, en minstens tien paar onder het dak van de vrijloopstal. Daar broeden ook de Huismussen (minimaal 7 paar). Zij halen hun babyvoer veel van de jonge beplanting en de insectenhotels; dat zijn dus voor de mussen geweldige aanwinsten! De Spreeuwen halen het voer van verder weg, uit het weiland. De Spreeuwen en Huismussen hebben gezelschap van het paar Turkse Tortels. Een paartje Putters vliegt langs. Spreek hun Duitse naam uit, ‘Stieglitz’, en je weet hoe ze klinken. Vijf Boerenzwaluwnesten in de blauwe loods lijken recent gerestaureerd, maar ik zie hier geen leven. Zijn ze verstoord? Wel vliegen twee paartjes af en aan naar de oude stal. Enkele mannetjes-Wilde Eenden laten zich zien. De eventuele broedpaartjes zijn goed verstopt en broeden nu misschien in een sloot verder weg van het erf. De twee Eksters die opvallend rondvliegen en door Spreeuwen worden belaagd, zijn niet op zoek naar nestgelegenheid, maar naar eitjes en kuikentjes om hun eigen jongen (op een ander perceel) mee groot te brengen. Want dat moet ook gebeuren.”

Tekst: Martijn Voorvelt
Martijn telt namens www.vogelsamsterdam.nl