Er is bij ons een tweeling geboren. Op de boerderij heeft koe Boes een jongen en een meisje gekregen! Dat gebeurt niet vaak. Zelfs Marijke, de moeder van Boy die op het erf woont, kwam kijken. Er ontstond een leerzame conversatie op de boerderijapp toen Boy meldde dat koe 21 bevallen was van een tweeling. Roos reageerde als eerste: ‘Cool! Wat zijn het?’ Boaz antwoordde lekker nuchter met ‘Zal wel een kween zijn.’ ‘Wat is dat ?’ was de reactie hierop en wellicht ook de vraag die bij jou als lezer in je hoofd op kwam. Een kween is een onvruchtbaar vaarskalf. Een vaars is een vrouwelijk kalf trouwens. In de praktijk heeft het vaarskalfje, in het geval van verschillend geslacht, grote kans op mannelijke hormonen en dus een grote kans dat ze niet vruchtbaar is. Dit komt omdat de mannelijke hormonen via het bloed naar het andere embryo kunnen in de baarmoeder en deze overheersend zijn. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke geslachtskenmerken ontwikkelen zich niet volledig. Bij een tweeling van hetzelfde geslacht is er dus niets aan de hand. Moeder koe was niet extreem dik en de kalfjes waren niet extreem klein. De bevalling heeft ze helemaal zelfstandig gedaan in de wei. Stoere dame hoor, die Boes! Die naam is trouwens geïnspireerd op de televisie serie uit de jaren tachtig. Een bruine os op klompen met de naam Boes die avonturen beleeft met de andere dieren op de boerderij. Een os is een gecastreerde stier. Op wikipedia staat dat Boes een os is, maar het had net zo goed een stier of een vaars kunnen zijn, niet te zien door de rode tuinbroek. Bij ons op de boerderij lopen ook wat ossen rond. Je ziet een groot verschil in lichaamsbouw tussen ossen en stieren vanaf een jaar of 2 zijn. De stieren worden groter: schofthoogte, nek en de kop terwijl een os net als een vaars wat ranker blijft. Allemaal door hormonen. Het vlees schijnt ook anders te zijn van stieren. Tot zover dit college.